Roetonderzoek
Bij een brand is roetaanslag vrijwel niet te voorkomen. Na een brand is het ook vaak onduidelijke in hoeverre de locatie is vervuild met roet. Roet is een stof dat ontstaat bij de onvolledige verbranding van koolstofhoudende brandstoffen. De stof bestaat voornamelijk uit zeer fijn verdeelde koolstofdeeltjes. Roet is echter vaak verontreinigd met polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK’s) welke zeer gevaarlijk en kankerverwekkend zijn. Bij blootstelling aan roetdeeltjes of -dampen kunnen er uiteenlopende gezondheidsklachten ontstaan. De meest voorkomende klachten zijn hoesten, hoofdpijn, een verstoorde ademhaling of irritaties aan de slijmvliezen. Mensen met astma, hooikoorts, hartpatiënten, ouderen en hele jonge kinderen zijn vatbaarder en lopen een groter risico.
Analyselab onderzoekt de mate van roetvervuiling om vast te stellen welke delen van een gebouw en/of het luchtbehandeling systeem gereinigd moeten worden. Een plan van aanpak betreffende brandsanering werkzaamheden kan op deze manier gefundeerd worden neergezet.
Werkwijze en onderzoek
Het roetonderzoek bestaat uit diverse onderdelen. Er worden op locatie roetmonsters afgenomen die ter plaatse geanalyseerd kunnen worden en anders geconditioneerd worden vervoerd naar het laboratorium. Die monsters worden middels microscopie geanalyseerd. Daarnaast wordt er op locatie een visueel onderzoek verricht van alle contact monsters. Ook wordt er een organoleptisch onderzoek gehouden. Hierbij wordt er vastgesteld of er op locatie brandlucht aanwezig is. Alle resultaten worden samengevoegd in een overzichtelijk rapport.
PVC
Bij verbranding of oververhitting van PVC houdende materialen komt chloor (HCL)vrij in de vorm van chloorionen. Deze vrijgekomen chloorionen nemen vocht op uit de omgeving waardoor corrosie ten gevolge van zoutzuurvorming optreedt. HCL veroorzaakt op termijn beschadigingen aan machineonderdelen, computersystemen en overige elektronische apparatuur. Tevens kan het leesfouten op gegevensdragers veroorzaken. Om HCL concentraties vast te stellen, moet er een contactmonster in de gecontamineerde ruimte worden afgenomen om deze vervolgens te analyseren. Uit de resultaten zal blijken of concentraties schade kunnen aanrichten.
De gevonden waarden worden uitgedrukt in microgrammen chloor per cm2 (Cl/µg/cm2). Voor fijn mechanische, elektronische- en elektrotechnische apparatuur wordt een veiligheidsgrens van 8 µg/cm2 gehanteerd. Voor machines en (werktuig)bouwkundige installaties ligt de veiligheidsgrens op 14 µg/cm2.